Voor sommige winnaars worden er boottochten door de Amsterdamse grachten georganiseerd, voor anderen blijft het bij een broodje kroket in de kantine, of bij een medaille aan de schoorsteenmantel. Of zelfs dat niet eens. Nieuwe Revu gaat op bezoek bij de vele bijna onzichtbare winnaars die Nederland rijk is.

TEKST MARTIJN NEGGERS FOTOGRAFIE ALEXANDER SCHIPPERS

Het waait in Epe. Af en toe trekt er een onheilspellende regenwolk voorbij, maar voornamelijk is het gewoon koud en guur. Vroeger, als het dit weer was, en ik zou thuis om een ijsje zeuren, zouden mijn ouders me streng aankijken en me zakelijk melden dat het ijs in de lucht hing. Maar vandaag niet. Vandaag ben ik op weg naar Epe, waar doorgaans zo weinig gebeurt dat elke regenbui een attractie is. Ik ben op weg naar Shu-ta Chou, de man die in 2011 met zijn pistache-ijs de beste ijsmaker van Nederland werd, en die afgelopen jaar in de top 10 van Nederland belandde met zijn koffie-ijs.

Op internet lees ik dat Shu-ta eigenlijk jurist is.

Shu-ta Chou (1981) is de beste ijscoman van Epe. Ambitie: de ijssalon van het jaar worden.

Dat hij rechten gestudeerd heeft, maar toch liever ijsjes maakt. Ik vraag me af waar ik terecht ga komen. Ga ik op bezoek bij Roald Dahls chocoladeheld Willy Wonka, maar dan die van Gelderland? Wat zijn ijsjesmakers voor mensen? Is het zakelijk slim om ijscoman te worden of is het een roeping?

KNVB van de ijswereld

Ik loop binnen bij ijssalon Roberto, de zaak van Shu-ta. Meteen komt hij, breeduit lachend, naar me toe. Zijn ijssalon is al wel open, maar dat komt omdat we in februari al een paar mooie dagen hebben gehad. Voor we aan een van zijn tafeltjes gaan zitten, legt hij even een bak ijslepeltjes recht. Shu-ta en ik drinken allebei een dubbele espresso.

We kunnen eromheen draaien, Shu-ta, maar jij hebt gewoon de Gouden IJsspatel gewonnen.

‘In 2011, ja.’

En dat gaat dus om het beste ijsje.

‘Ja. Dat is een heel grote ijswedstrijd, georganiseerd door het Ambachtelijk IJscentrum.’

Laten we zeggen de KNVB van de ijsjeswereld?

‘Ja, exact. En je kunt daar ook opleidingen doen, en zo. Dat is wel echt dé wedstrijd in Nederland waar iedereen aan meedoet. Je hebt nog wel wat kleinere wedstrijdjes, weet ik veel, het beste ijs van Apeldoorn, dat soort dingen. Maar deze wedstrijd is wel echt de Champions League onder de ijswedstrijden. Nou ja, daar ben ik in 2011 dus kampioen mee geworden. Ik wil ooit nog wel de ijssalon van het jaar worden, dat is nóg wat moeilijker, maar dat is nog iets voor de toekomst.’

Maar je won met een pistache-ijsje, toch?

‘Ja. Maar goed, dan begint dus iedereen te roepen van: ja maar, je hebt met pistache gewonnen, maar al je andere ijs is níet in de prijzen gevallen!’

Oh? Jouw stracciatella is dus niet te vreten?

‘Haha, nee, nee, zo werkt het dus niet. De jury kiest gewoon een smaak uit, en daar moet iedereen dan mee aan de slag. Het ene jaar is het een melksmaak, het andere jaar een sorbetsmaak. Maar goed, na een paar jaar beginnen de mensen dan weer van: ja, nu wordt het wel weer eens tijd dat je wat wint, Shu-ta! En dat begrijp ik ook wel, maar je mag echt blij zijn dat je hem óóit een keer gewonnen hebt. Er zijn zoveel ijsmakers in Nederland.’

En hoeveel ijssalons hebben aan die wedstrijd meegedaan toen jij hem won?

‘63.’

Dat klinkt niet zo veel als ik heel eerlijk ben.

‘Klopt. Helemaal niets vergeleken met de oliebollenwedstrijd of de haringtest. De echte ijsbereiders in Nederland, dat is een heel select clubje hoor, daar zijn er maar heel weinig van. Veel verkopers wel, maar mákers? Nee. Maar, die 63, dat was in 2011. Dat aantal is wel gestegen hoor, de afgelopen jaren.’

‘Die Gouden IJsspatel is echt de Champions League onder de ijswedstrijden’

Betaalbare luxe

Oh? Waarom?

‘IJs is gewoon steeds populairder geworden. Het is gewoon een betaalbaar product gebleven tijdens de crisis.’

Kijk! De crisis was de vriend van de ijssalon!

‘Relatief, wel ja. IJs is eigenlijk een luxe, natuurlijk, maar wel een luxe die mensen zich kunnen veroorloven.’

Een bolletje pistache is een minder dure luxe dan een vakantie naar Ibiza.

‘Juist. Of een nieuwe keuken, of een nieuwe auto.

Die werd dan even uitgesteld. Zo’n nieuw jasje in de etalage was dan toch wel weer 150 euro. Maar, een ijsje op de terugweg naar huis, van pakweg anderhalve euro per bolletje, dat kon er dan weer wél vanaf. Hadden de mensen toch een leuke afsluiting van de dag.’

Even valt ons gesprek stil. Ik kijk de ruimte rond.

Shu-ta roert wat in het bodempje van zijn espresso. Heel even lijkt hij te twijfelen, maar dan begint hij toch maar verder te praten. ‘Nou ja, en afgelopen dinsdag ben ik dus zesde geworden. Met een koffie-ijsje. Ik heb hem gemaakt met de espresso die wij hier nu samen drinken. Het was die dag echt stormachtig weer. Dat kwam goed uit: ik heb die dag ijsbereiders gesproken die, als het goed weer was geweest, niet waren gekomen, omdat ze dan gewoon in de salon hadden willen staan, maar goed, als het slecht weer is, kun je best een keer een dagje dicht.’

De Nederlandse IJsbond had door het weer een beetje geluk met de ijsbereidersbereidheid. Maar goed, en dan word je dus zesde, van de 63?

‘Nee, het zijn er nu dus wel wat meer. We groeien steeds meer, er komen steeds meer ijsbereiders bij.’

Oké, top. Met hoeveel waren jullie nu, acht jaar na het pistachetoernooi?

‘75.’

Geheim van het koffie-ijsje

Maar hoe bereid je je voor dan? Ik bedoel, het Nederlands elftal gaat op trainingskamp, wat doe jij? Hoe heb jij het zesde koffie-ijs van Nederland gemaakt?

‘Het helpt wel dat ik erg van koffie houd. We hebben hier in de ijssalon ook wel echt gewoon goede koffiebonen. Dat scheelt al zoveel. En we hebben een goede espressomachine.’

Dus je had dit jaar ook wel echt geluk met de loting.

‘Ja, zeker. Het is een smaak die me ligt. Om het jaar moeten we ook sorbetijs maken, ja, daar heb ik gewoon minder mee. Ik hou van notensmaken en koffiesmaken.’

En dan kom je terug in Epe en dan gaat hier de vlag uit?

Shu-ta denkt eventjes na. Dan legt hij, een klein beetje verontschuldigend, uit dat het nog niet echt ijsweer is geweest sindsdien. ‘De meeste mensen hier in het dorp hebben het nog niet geproefd, nee.’

12

IJSSEIZOENEN

92 +

SMAKEN

75

COLLEGA DEELNEMERS

18

YEARS OF EXPERIENCE